De geboorte van Jezus is in de Bijbel beschreven door de vier evangelisten. Volgens Lucas reisde de timmerman Jozef met zijn hoogzwangere vrouw Maria vanuit Galilea naar zijn geboorteplaats Bethlehem, voor een volkstelling. Omdat in de herberg geen plaats was, overnachtte het echtpaar in een stal. Het kind dat Maria ter wereld bracht, noemde zij Jezus. Herders uit het veld en drie koningen uit het Oosten kwamen het kind eer bewijzen.
Voorstellingen in de kunst volgen deze beschrijving, aangevuld met details uit andere verhalen. Zo komen de vaak afgebeelde os en de ezel uit een tekst van de profeet Jesaja. Op vroegmiddeleeuwse schilderijen ligt Maria in bed, met Jezus in een kribje ernaast, en zit Jozef afgezonderd. Vanaf de 15de eeuw beïnvloedde het visioen van de heilige Brigitta de geboortevoorstellingen. Daarin ligt de pasgeboren Jezus op de grond, terwijl Maria en Jozef knielen in aanbidding.