Boeren

Het leven van boeren staat gelijk aan hard werken. Een boer moet vroeg op om zijn dieren te verzorgen, het land te bewerken of de gewassen te oogsten. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is hij bezig. De 16de-eeuwse taferelen van bijvoorbeeld Brueghel zijn beroemd: hierin spelen boertige figuren en hun gewoonten de hoofdrol. In de 17de eeuw zijn boeren vooral verbeeld in ‘genrestukken’ (taferelen uit het dagelijks leven), waarbij ze afgebeeld zijn als eenvoudige lieden in hun dagelijkse omgeving, aan het werk, of bijvoorbeeld gezellig drinkend in de kroeg. Boeren zijn veelvuldig op schilderijen en prenten afgebeeld, van onder anderen Adriaen van Ostade, Rembrandt en Cornelis Pietersz. Bega.

In de 19de eeuw werd het boerenleven veel serieuzer genomen door de schilders van de School van Barbizon (onder wie Charles Daubigny, Camille Corot en Jean-François Millet). Zij beeldden boeren af tijdens hun zware werk of biddend aan de rand van de akker, met eerbied voor hun eenvoudige maar belangrijke werk.