Pieter Aertsen (1508-1575), bijgenaamd ‘Lange Pier’, kwam uit Amsterdam, maar woonde lange tijd in Antwerpen. Na zijn terugkeer in 1556 kreeg Aertsen vooral opdrachten voor grote altaarstukken van Amsterdamse kerkbesturen. Kort daarna liet hij de religieuze kunst voor wat het was en ging hij over op het schilderen van boerentaferelen. Het meest bekend werden zijn markt- en keukenstukken, schilderijen met een overdaad aan fruit, groente, vlees, vis, gevogelte, kaas, brood en nog veel meer. Aertsens jongere neef en leerling Joachim Bueckelaer werkte ook in dit genre en heeft het type schilderij verder ontwikkeld.