Kraamkamer van een voorname Turkse vrouw, Jean Baptiste Vanmour, ca. 1720 - ca. 1737
In het huis van een welgestelde familie wordt kraambezoek ontvangen. Op het komfoor in het midden wordt koffie gezet en links is een slavin alvast sorbet aan het maken. Na deze versnaperingen krijgt het bezoek rozenwater om de handen mee te wassen uit een sprenkelaar, en parfum uit een verstuiver. De doeken die aan de muren hangen, zijn geschenken van het kraambezoek.