Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
inscriptie, onder in de marge: ‘CONCHA PROCELLOSUM DIC QUA SPE, NAVIGAT AEQUOR’
nummer, rechtsonder: ‘13’
verzamelaarsmerk, verso, gestempeld: Lugt 240
Omschrijving
Satire op de kerkelijke stand in de 16de eeuw. Een losbandig gezelschap van nonnen en paters zit opeengepakt in een open mosselschelp. Er wordt gegeten, gevreeën en gemusiceerd. Behalve de doedelzak worden er geen echte maar zogenaamde charivari instrumenten - hier het haardrooster en de blaasbalg - "bespeeld". Op deze manier wordt duidelijk gemaakt dat hier de morele normen en waarden van de kloosterlingen worden omgedraaid. Embleem nr. 13 in Emblemata Saecularia, 1596 en nr. 34 in de tweede uitgave van 1611.
Bijbehorende tekst van epigram in album: Die Musik in der Moschel en een Nederlandse vers van twee regels: Die hier blift staen en hoort ons singhen/ Die mach wel gaen en doen sijn dinghen. Afkomstig uit: Emblemata Saecularia. Mira et iucunda varietate seculi huius mores ita experimentia (...). 1e druk. Frankfurt am Main: J.T. de Bry en J.I. de Bry, 1596.