Petronella met Titia en Johannes Cock Blomhoff, anoniem, 1817 - 1854
In 1817 arriveerde het nieuwe opperhoofd, Jan Cock Blomhoff, op Deshima. Tegen alle regels in nam hij ook zijn gezin mee: zijn vrouw Titia (rechts), hun zoontje Johannes, de min Petronella en de tot slaaf gemaakte bediende Maraty. Ze waren een bezienswaardigheid, en werden het onderwerp van schilderingen die nog lang daarna als voorbeeld dienden voor prenten. Helaas moesten de vrouwen met kind en al terugkeren naar Batavia (nu Jakarta).