Titel(s)

Julius Caesar als vierde koning uit het visioen van Daniël
Van de vier Monarchen (serietitel)
Opkomst van vier wereldrijken en vier heersers uit het visioen van Daniël (serietitel)
Den Grooten Figuer-Bibel (...) (serietitel)

Objecttype

• prent
• albumblad

Serienummer

4/4

Objectnummer

RP-P-1982-306-298

Catalogusreferentie

• New Hollstein Dutch 1177-2(2)
  Opmerking: The Collaert Dynasty
• Hollstein Dutch 1318-2(2)
  Opmerking: Maarten de Vos

Opschriften / Merken

• nummer, rechtsonder, handgeschreven in bruine inkt: ‘269’

Omschrijving

Julius Caesar rijdt op een paard, in zijn hand een vlag met de afbeelding van een adelaar (Rome). Het paard vertrapt koning Cyrus van Perzië, Ninus van Babylonië en Alexander de Grote. Op de achtergrond een stadsgezicht. Naast Julius Caesar komt uit de zee een veelhoornig monster tevoorschijn, een verwijzing naar een visioen van Daniël over de opkomst van vier koninkrijken in de wereld. Onder de voorstelling een verwijzing in het Latijn naar de Bijbeltekst in Dan. 7. Deze prent maakt deel uit van een album.

Vervaardiger

• prentmaker: Adriaen Collaert (vermeld op object)
• naar ontwerp van: Maerten de Vos (vermeld op object)
• uitgever: Claes Jansz. Visscher (II)
• uitgever: Jan Philipsz Schabaelje

Plaats vervaardiging

uitgever: Amsterdam
uitgever: Alkmaar

Datering

1570 - 1618 en/of 1646

Fysieke kenmerken

gravure

Materiaal

• papier

Techniek

graveren (drukprocedé)

Afmetingen

plaatrand: hoogte 225 mm × breedte 258 mm

Wat

• the great devouring monster with many horns (one of them with eyes on it) ~ Daniel's visions
• the world empires symbolized by four beasts (Daniel ch. 7)
• (story of) C. Julius Caesar

Verwerving

aankoop 1982

Copyright

Publiek domein

Is deel van

• Prentbijbel met voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament (RP-P-1982-306)

• The Collaert dynasty, dl. V, p. 146-147, cat.nr. 1177
• Maarten de Vos : text, p. 262-263, cat.nr. 1318
• Broeders in de geest : de doopsgezinde bijdragen van Dierick en Jan Philipsz. Schabaelje tot de Nederlandse stichtelijke literatuur in de zeventiende eeuw, dl. 2, p. 301-362