Hoed (canotier), Klaas Booy, voor 1891
In de jaren 1880 kwam een platte strooien hoed – afgeleid van de matrozenhoed – in de mode. Hij werd recht op het brede, getoupeerde kapsel gedragen. Aanvankelijk werd deze hoed door welgestelde vrouwen tijdens het boogschieten of tennissen gebruikt. Maar al snel namen vrouwen uit alle lagen van de bevolking deze relatief goedkope hoed over voor dagelijks gebruik, maar ook als uitgaanshoed.