Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
poem: ‘Cyprius ut cane vendi male sensit amorem/Rampam arcus, inquit. irrita. tela. meos’
poem: ‘Niet de man maer het gelt, Want hij is vol gebreecken / Ick bemin, maer het gewin ick sal hem haest versteecken / Dus Cupido versint wilt uwen booch niet breecken.’
Description
In een vertrek met links een venster zitten een jonge dame en een oudere man. Voor hen een geldbuidel en een kist met kostbaarheden. De man biedt de vrouw een sieraad aan. Achter haar rug staat Amor op het punt zijn boog te breken. Naast de vrouw op de grond een naaimand, een schaar en een slapende poes. Met gedicht dat verwijst naar de liefde om geld.