Een nationaal symbool van Nederland, de tulp, was in de 17de eeuw onderwerp van een rage, die leidde tot regelrechte windhandel.
1637 Tulpengekte
Kostbare bloem
Stilleven met bloemen. Hans Bollongier, 1639
Bloempiramide van Delfts aardewerk. Delft, ca. 1700
De uit Turkije afkomstige tulp was in de 16de eeuw in de Nederlanden geïntroduceerd. De exotische bloem oogstte hier veel bewondering. Geliefd als hij was werd hij nauwgezet afgebeeld in verschillende tulpenalbums. Allerlei soorten tulpen komen hierin aan de orde, voorzien van hun Latijnse namen. Ook in schilderingen van boeketten speelt de tulp vaak een prominente rol.
In de loop van de 17de eeuw werden zelfs speciale vazen voor de tulp ontworpen. Meestal was dit een rond model met bovenop een aantal tuitjes (openingen), maar soms hadden de vazen een meer extravagante vorm. In elk tuitje kon één tulp worden gestoken. De dikke bossen tulpen van nu, daar was toen geen sprake van. De tulp was heel kostbaar en werd per stuk gekocht.
Manie
In de jaren 30 van de 17de eeuw nam de populariteit van de tulp excessieve vormen aan. Er ontstond een ware tulpengekte, een ‘tulpenmanie’, die in 1636 en 1637 veel Nederlanders in haar greep hield. Was de belangstelling voor deze bloem aanvankelijk nog vooral wetenschappelijk, vanaf ongeveer 1630 werd de tulp financieel interessant. Er werd druk gehandeld in tulpen en tulpenbollen. Dit ontaardde in 1637 in windhandel. Veel mensen sloegen aan het speculeren, kochten op voorwaarde dat zij later mochten betalen en een enkeling zette zelfs zijn huis in als onderpand. Februari 1637 stortte de markt plotseling in, de prijzen kelderden en velen bleven berooid achter.
Spot
Flora's Mallewagen. Spotprent op de tulpenhandel van 1637. Toegeschreven aan Crispijn van de Passe II, 1637
Floraes Gecks-kap. Spotprent op de tulpenhandel van 1637. Pieter Nolpe, 1637
In talrijke pamfletten en prenten is de spot gedreven met mensen die zich inlieten met de windhandel in tulpen en tulpenbollen. Het ging dan ook wel om heel grote bedragen. Maar al in de 16de eeuw bestond deze manier van zakendoen, bijvoorbeeld in de graanhandel, en heette dan termijnhandel - een net woord voor speculatie. De termijnhandel is altijd blijven bestaan. Ook de huidige optiebeurs werkt met een soort termijnhandel.
Na de crash in 1637 bleef de tulp onverminderd in de belangstelling, maar de excessen waren uit de markt verdwenen en de prijzen zakten naar een redelijker niveau. Tulpen bleven populair en de kwekers in het westen van Holland ontwikkelen - tot op de dag van vandaag - steeds nieuwe varianten.