Volgens de klassieke mythologie bepalen de drie schikgodinnen de lotsbestemming van de mens. Als iemand wordt geboren, stellen zij vast hoe het leven van die persoon gaat lopen, wat er gebeurt en wanneer hij of zij sterft. Ieder mens en ook de goden zouden aan hun grillen onderworpen zijn. Behalve misschien Jupiter, maar daarover waren in de oudheid de meningen verdeeld.
De schikgodinnen worden meestal afgebeeld als lelijke, oude vrouwen. De drie hadden elk een taak. Clotho (de spinster) spon de ‘levensdraad’. Lachesis (de verdeelster) mat de draad af met een meetlat, en bepaalde dus hoe lang iemand nog te leven had. Atropos (de onafwendbare) knipte de levensdraad af als iemands tijd gekomen was. In de beeldende kunst staan de schikgodinnen soms symbool voor de dood, of zij vergezellen de dood op zijn tochten.