Publius Ovidius Naso (43 v.Chr.-17 n.Chr.) leefde onder Keizer Augustus, omstreeks het begin van de westerse jaartelling. Hij was in Rome bekend als liefdesdichter, maar zijn levenswerk werd Metamorfosen, een groots opgezet gedicht van meer dan 10.000 verzen, waarin hij de hele Grieks-Romeinse mythologie wilde vatten. Als leidraad koos Ovidius de metamorfose of gedaanteverandering. Met dit motief wist hij het diverse materiaal van de Griekse mythen te ordenen en aaneen te rijgen tot een episch gedicht met meer dan 250 veranderingssagen. Niets of niemand blijft onbesproken: van de paradijselijke begintijd, de zondvloed en de Olympische goden tot heldenavonturen van Herakles en Theseus, de besognes van mensen (de zoektocht van Odysseus, de strijd rond Troje en Thebe) en vele individuele verhalen – denk aan de egocentrische Narcissus of de tragisch gestorven zanger Orpheus. Ovidius’ metamorfosen vormen sindsdien een onuitputtelijke inspiratiebron voor de beeldende kunst maar ook voor literatuur en muziek.