Johannes de Doper

Johannes was de zoon van Maria’s nicht Elisabet en de priester Zacharias. De onvruchtbare Elisabet werd door Gods toedoen zwanger. Zacharias geloofde het niet en werd stom. Hij kon pas weer spreken toen hij na de geboorte 'Johannes' (God is genadig) op een leitje schreef.

Johannes trok zich al jong terug in de woestijn van Judea, waar hij sober leefde, gekleed in een kamelenvel. Later begon hij bij de rivier Jordaan mensen te bekeren en te dopen. Hij predikte dat er een messias (verlosser) in aantocht was. Ook Jezus liet zich dopen. Johannes herkende in hem de messias en sprak: 'Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt'. Later raakte Johannes in conflict met het hof, toen hij de relatie van koning Herodes met diens schoonzus Herodias veroordeelde. Herodias' dochter Salomé nam wraak. Na haar dans tijdens een feest vroeg ze als beloning Johannes' afgehakte hoofd. Ze kreeg het, op een schaal.