Ecce homo is Latijn voor 'Zie de mens'. Volgens het evangelie van Johannes waren dit woorden van de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus, toen hij Jezus toonde aan de menigte Joden voor het gerechtsgebouw in Jeruzalem. Volgens de afgunstige hogepriesters en oudsten die hem hadden laten arresteren, zou Jezus zichzelf de koning der Joden noemen - een valse beschuldiging. Pilatus vroeg de toeschouwers wat hij met Jezus zou doen, waarop zij riepen: 'Aan het kruis met hem!' Zo beslisten zij over Jezus’ lot.
Kort voor hij aan het volk werd getoond, hadden Pilatus' soldaten Jezus gegeseld en belachelijk uitgedost als 'koning der Joden'. In Ecce homo-voorstellingen draagt hij dan ook vaak een doornenkroon, een purperen mantel en soms een rietstengel als scepter. Zijn naakte lichaam is bedekt met bloeddruppels. In die gedaante wordt Christus ook opgevoerd als ‘Man van Smarten’.