Boeddha (de Verlichte) werd in de 6de eeuw voor Christus in Noord-India geboren als prins Siddharta Gautama, ook Shakyamuni genoemd. Hij groeide op aan het hof maar werd op 29-jarige leeftijd geconfronteerd met ziekte en ellende. Daarop trok hij als bedelaar de wereld in. Na allerlei omzwervingen bereikte hij het inzicht - mediterend onder een boom - dat alle bestaan lijden is. Verlossing is in het aardse bestaan niet mogelijk, want alles wat sterft wordt opnieuw geboren. Alleen wie ontkomt aan deze kringloop van wedergeboorten wordt verlost van het lijden en wordt 'verlicht'.
De Verlichting kan bereikt worden door het loslaten van alle begeerte, op de juiste manier te leven en te mediteren. De Boeddha zelf bereikte de Verlichting al vóór zijn 36ste levensjaar, maar hij bleef op aarde tot hij ongeveer tachtig jaar was, om zijn leer, het boeddhisme, uit te dragen. Zijn volgelingen zouden het boeddhisme verspreiden.