De Vlaamse beeldhouwer Verhulst (1624-1698) studeerde bij de beeldhouwers Verstappen en Van Loo in zijn geboorteplaats Mechelen, maar werkte vervolgens lange tijd in Nederland. Waarschijnlijk maakte hij rond 1650 een reis naar Italië, waar de classicistische beelden uit de oudheid en die van Michelangelo hem inspireerden. Tussen 1654 en 1663 werkte Verhulst onder de beroemde Vlaamse beeldhouwer Artus Quellinus aan de versiering van het nieuwe Amsterdamse stadhuis – tegenwoordig paleis – op de Dam.
Later verhuisde Verhulst via Leiden naar Den Haag, waar hij opdrachten kreeg voor stedelijke gebouwen en grafmonumenten. Na het vertrek van Quellinus naar Antwerpen werd Verhulst de belangrijkste beeldhouwer in de Nederlanden. Hij ontving opdrachten van rijke families voor bustes, graftombes, ivoorsnijwerk en tuinbeelden. Rombout Verhulst overleed in 1698 in Den Haag.