De eerste berichten over de Vlaamse schilder Michael Sweerts (1618-1664) dateren uit 1646, toen hij in Rome werkte. Eerst kreeg hij veel opdrachten van Nederlandse kooplieden, later werd de Italiaanse prins Camillo Pamphilj zijn belangrijkste opdrachtgever. In diens paleis leidde Sweerts waarschijnlijk een schildersacademie. Sweerts schilderde onderwerpen uit het dagelijks leven, maar ook portretten en historiestukken. Dramatisch licht-donkercontrasten geven zijn doeken vaak een mysterieuze sfeer.
Tussen 1654 en 1656 verbleef Sweerts weer in Brussel. Daar begon hij opnieuw een academie, waar naar model werd getekend. Ook de studie van de oudheid zag hij als essentieel onderdeel van de leerschool van een kunstenaar. In zijn voorstellingen van schildersateliers zijn vaak fragmenten van klassieke kunstwerken te vinden.
In 1659 sloot Sweerts zich aan bij de Franse missie, waarmee hij in 1662 naar Palestina vertrok. Binnen een half jaar werd hij weggestuurd wegens lastig gedrag. Sweerts stierf in Goa, India.