De Nederlandse kunstschilder, beeldhouwer en dichter Karel Appel (1921-2006) werd in Amsterdam geboren. Hij was de zoon van een kapper en voorbestemd om zijn vader op te volgen. Toch koos hij voor de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Na de oorlog reisde hij naar Luik en naar Parijs. In november 1948 was Appel betrokken bij de oprichting van Cobra. Hij liet zich inspireren door primitieve kunst, kindertekeningen en outsider art, die hij als onbedorven en zuiver beschouwde. Appel schilderde spontaan en kwam al werkende tot een resultaat. Zelf formuleerde hij het als volgt: ‘Ik rotzooi maar wat aan’.
Appel schilderde en maakte collages en beelden met simpele vormen en heldere kleuren. In 1953, na de Biënnale van São Paolo, had Appel zijn internationale doorbraak. Sindsdien exposeerde hij over de hele wereld. Rond 1990 had de gevierde kunstenaar ateliers in New York, Connecticut, Monaco en Toscane.