Jan van Scorel (1495-1562) werd geboren in Schoorl, vlakbij Alkmaar. In die stad doorliep Jan de Latijnse school, waarna hij in Haarlem in de leer ging bij de schilder Cornelis Willemsz. In 1512 vertrok Van Scorel naar Amsterdam, waar hij werkte bij Jacob Cornelisz. van Oostsanen.
Jan van Scorel was een van de eerste Noord-Nederlandse schilders die Italië bezocht. In Rome trad hij in 1522 in dienst van (de Nederlandse) paus Adriaan VI, als conservator oudheden in het Vaticaan. Na zijn terugkeer vestigde hij zich als geestelijke in Utrecht. Dankzij zijn kennismaking met het werk van Michelangelo en Rafael werd Van Scorel een belangrijke vertegenwoordiger van de renaissancestijl in Nederland. Hoewel zijn werk als geestelijke op de eerste plaats kwam, was hij zeer productief als schilder van portretten en religieuze voorstellingen. Omstreeks 1528 had Van Scorel een atelier in Haarlem, waar Maarten van Heemskerck zijn assistent was. Daarna keerde hij naar Utrecht terug en stichtte er een bloeiend atelier, dat monumentale altaarstukken vervaardigde.