De Haarlemse schilder Jan Adam Kruseman (1804-1862) is in Amsterdam in de leer geweest bij zijn oom Cornelis Kruseman. Daarna studeerde hij in Brussel en Parijs. In de periode 1834-1936 maakte hij verschillende reizen naar Duitsland, Engeland en Schotland. Hij woonde nog enige tijd in Driebergen, maar keerde in 1858 terug naar zijn geboorteplaats. Kruseman schilderde historische en bijbelse taferelen en genrestukken, maar vooral portretten. In opdracht van de adel en de gegoede burgers schilderde hij rond de vijfhonderd portretten. Koning Willem I was een van de opdrachtgevers van deze veelzijdige kunstenaar. Kruseman leidde in zijn atelier tientallen leerlingen op, onder wie Jozef Israëls en zijn eigen zoon Jan Theodoor.