Als 14-jarige ging de koopmanszoon Jacques Jordaens (1593-1678) in Antwerpen in de leer bij Adam van Noort, ook leermeester van Rubens. In 1615 schreef Jordaens zich in bij het gilde, het jaar erop huwde hij Van Noorts dochter. Jordaens schilderde vooral grote historiestukken, maar ook genrestukken en portretten, en hij was ontwerper van wandtapijten. In tegenstelling tot Van Dyck en Rubens is Jordaens nooit hofschilder geweest. Wel kreeg hij in de jaren na 1640, toen zijn beide rivalen waren overleden, steeds meer - vaak vorstelijke - opdrachten uit het buitenland. Zo leverde hij schilderijen voor de Oranjezaal van Huis ten Bosch. Jordaens bleef zijn hele leven in Antwerpen wonen en werken. Hij was een welvarend man, tot op hoge leeftijd productief. Omstreeks 1650 werd hij protestant: een opmerkelijke daad in het katholieke zuiden.