De in Antwerpen geboren Jacob de Gheyn II (1565-1629) was tekenaar, graveur en schilder. Hij werd eerst opgeleid door zijn vader, Jacob de Gheyn I. Vanaf 1585 ging hij in Haarlem in de leer bij Hendrick Goltzius. De Gheyns werk laat de overgang zien van het laat 16de-eeuwse maniërisme naar de meer naturalistische stijl uit het begin van de 17de eeuw. Van 1596 tot 1602 woonde De Gheyn in Leiden, waar hij samenwerkte met de humanist Hugo de Groot. De Groot voorzag hem van teksten voor zijn gravures. Van 1605 tot zijn dood woonde De Gheyn in Den Haag. Zijn werk viel in de smaak bij stadhouder prins Maurits, die hem veel opdrachten gaf. Ook werkte hij voor Maurits' opvolger, stadhouder prins Frederik Hendrik. In zijn zoon, Jacob de Gheyn III, had De Gheyn II een belangrijke navolger.