Jean Boulogne (1529–1608) werd geboren te Douai, in het toenmalige Vlaanderen. Als 14-jarige ging hij in de leer bij de beeldhouwer Jacques Dubroecq. Na zijn leertijd vertrok hij naar Rome om de beroemde beelden uit de renaissance en de klassieke oudheid te bestuderen. Daar mat Jean zichzelf de naam 'Giambologna' aan en maakte hij kennis met Michelangelo. Voor de paleizen en villa’s van de rijke Florentijnse bankiersfamilie de’ Medici maakte Giambologna levensgrote marmeren en bronzen werken. Zijn Sabijnse maagdenroof kreeg een ereplaats in het centrum van Florence. Een kleine bronzen kopie naar deze marmeren beeldengroep bevindt zich in het Rijksmuseum, evenals bronzen afgietsels van zijn serie Werken van Hercules. Aan deze beelden is te zien dat Giambologna gefascineerd was door lichamen: ze draaien en kronkelen, met gespannen spieren en verwrongen gezichten. Deze ‘maniëristische’ stijl vond in heel Europa navolging.