Gabriël Metsu (1629-1667) werd in Leiden geboren als zoon van de Vlaamse schilder Jaques Metsue, die zich in deze stad had gevestigd. Waarschijnlijk ging Gabriël eerst bij zijn vader in de leer en daarna bij Gerard Dou, de belangrijkste Leidse genreschilder uit die tijd. In 1648 was Metsu een van de oprichters van het Leidse schildersgilde. In 1657 verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij zijn verdere leven woonde. Hoewel Leiden in die tijd de stad van de fijnschilders was, kwam de verfijnde stijl van Metsu pas tot bloei nadat hij er was vertrokken.
Gabriël Metsu schilderde genrestukken, vooral interieurs met mensen en straattaferelen, maar ook religieuze voorstellingen. In zijn werk is de invloed van uiteenlopende kunstenaars zichtbaar: van zijn leermeester Gerard Dou, van Nicolaus Knüpfer en Jan Steen, maar ook van Gerard ter Borch en Johannes Vermeer. Metsu nam elementen over uit het werk van deze schilders, die hij op een originele manier verwerkte.