Van zijn vader en leermeester, de landschapsschilder Jacob Gerritsz. Cuyp, erfde Aelbert Cuyp (1620-1691) de liefde voor dieren, die veel van zijn landschappen bevolken. Kort na 1650 ontwikkelde Cuyp zijn eigen stijl: Hollandse, maar ook exotische, op Italië geïnspireerde landschappen, riviergezichten, zee- en ruiterstukken. Cuyp is nooit in Italië geweest, maar toch hebben zijn schilderijen een zuidelijke, zonnige sfeer. Zijn landschappen zijn vaak wat wazig en stemmig. Tegen deze achtergrond springen kleurrijke figuurtjes in het oog. Aelbert Cuyp bekleedde diverse bestuurlijke en kerkelijke functies en behoorde tot de gegoede burgerij van zijn woonplaats Dordrecht. Na 1665 schijnt hij niet meer geschilderd te hebben.