Willem werd als graaf van Nassau geboren in Duitsland. Het leven van de jonge Duitse graaf veranderde in één klap toen hij in 1544 uitgebreide bezittingen in de Nederlanden en Frankrijk erfde. Daaronder bevond zich het vorstendom Orange in Zuid-Frankrijk. Voortaan noemde Willem zich ‘prins van Oranje’.
Filips II stelde Willem aan als stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht, de belangrijkste Nederlandse gewesten. De twee mannen botsten echter en wederzijdse antipathie groeide. De diepgelovige Filips streefde naar een rijk met een sterk centraal gezag en één godsdienst: het rooms-katholicisme. Hiertoe vervolgde hij op hardvochtige wijze de protestanten. Willem daarentegen stond voor de vrijheid van geloof en geweten voor iedereen.
De harde lijn van Filips II leidde tot verzet onder de protestantse gelovigen wat leidde tot de Beeldenstorm. Als vergelding stuurde Filips in 1567 de hertog van Alva met een Spaans leger naar de Nederlanden. Filips en Alva zagen de prins van Oranje als de hoofdschuldige van de onrust. Duizenden opposanten vluchtten naar het buitenland en Willem van Oranje vertrok naar Duitsland.
Willem besloot terug te vechten. Stad na stad schaarde zich achter de prins en koos dus de kant van de opstandelingen. Vier jaar lang gaf Willem leiding aan de verdediging van Holland en Zeeland tegen het Spaanse leger. Toen in 1576 het directe gevaar was geweken, besloten de Nederlandse gewesten samen door te gaan. Willem van Oranje kreeg de leiding.
Filips II vaardigde in 1580 een ‘ban-edict’ uit, een dringende oproep aan het volk. Hierin werd Willem I vogelvrij verklaard. Twee jaar later overleefde hij in Antwerpen ternauwernood een moordaanslag. 10 juli 1584 was een fatale dag. Willem van Oranje was in het Prinsenhof, zijn onderkomen in Delft. Hij liep net de trap op toen een man een aantal kogels op hem afvuurde. De dader was de fanatiek katholieke Balthasar Gerards. Hij verklaarde later Willem van Oranje te hebben vermoord ‘om de wereld te verlossen van zo’n gemeen en ellendig mens, die zich enkel en alleen uit eerzucht en begerigheid naar macht en faam als aanzienlijk heer van het ware en katholieke geloof heeft afgekeerd’.