De jurist Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619) sloot zich in 1572 aan bij Willem van Oranje en de opstand tegen de Spanjaarden. Hij kreeg grote politieke invloed, maakte carrière, en werd in 1586 landsadvocaat (ook raadpensionaris genoemd) van het machtige gewest Holland.
Toen na het sluiten van de wapenstilstand met Spanje (1609) de politieke conflicten in de Republiek hoog oplaaiden, was Van Oldenbarnevelt een van de hoofdrolspelers. Twistpunten waren de voortzetting van de oorlog, de verhouding tussen kerk en staat, en bovenal de vraag hoe zelfstandig de gewesten waren. Van Oldenbarnevelt en het gewest Holland waren voorstander van grote zelfstandigheid. Prins Maurits, stadhouder van Holland en Zeeland, was daar fel op tegen. In 1618 liet Maurits zijn tegenstanders arresteren. Van Oldenbarnevelt werd ter dood veroordeeld. Steunend op zijn stok betrad de bejaarde staatsman in de ochtend van 13 mei 1619 het schavot voor de Ridderzaal op het Haagse Binnenhof, waar hij door het beulszwaard werd onthoofd.