Portret van Dina Lems, Daniel Vertangen, ca. 1660
Dina Lems wijst naar een greinplant, een soort peper die werd geteeld aan de Afrikaanse westkust. Haar vader en haar eerste man Jan Valkenburgh (hiernaast) werkten voor de West Indische Compagnie. Hun – en haar – rijkdom kregen ze door handel in peper, ivoor, goud en tot slaaf gemaakte mensen. Terwijl Lems in Amsterdam woonde, verbleef Valkenburgh het grootste deel van hun huwelijk in fort Elmina in Afrika.