...; from the dealer Zeeger Haasebroek, Leiden, fl. 525, to Allard de la Court (1688-1755), Leiden, 1750;{Inventory Allard de la Court, no. 104: ‘1 capitaal en heerlijk stuk door Philip Wouerman tooveragtig geschildert sijnde 1 pakkar uytgespannen met 1 grauw off wit paard op de voorgrond onverbeeterlijk geschildert met 1 bruyn paard van agteren dat de smit 1 eyser onderleyd en 1 ruyter te paard van agteren met eenig smits gereedschap en 1 smit met differente beelditjes in sijn uytvoerigste en eelste penceel, kost mij 1750 van Haasbroek gekofft voor 100 spetie ducaten off f 525, stellen op f 400, l v. 11½ - 1 v. 8¾ d. [61.4 x 54.2 cm].’ See T.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock and A.J. van Dissel (eds.), _Het Rapenburg: Geschiedenis van een Leidse gracht_, II, Leiden 1987, p. 446.} his wife, Catharina Backer (1689-1766), Leiden; her sale, Leiden, sold on the premises, 8 September 1766 _sqq._, no. 62 (‘Een Landschap; waar in een Smitswinkel, voor dewelke een gelaade waagen staat waar van de paarden zyn uitgespannen, zynde de Smit bezig een derzelve te beslaan; verders een Man te paart en verscheiden beelden en bywerk [...], op doek. 1 voet 11½ duim hoog, 1 voet 8¾ duim breet. [61.4 x 54.2 cm]’), fl. 450, to D.H. Teodatie;{Copy RKD.} from the dealer Pierre Fouquet Jr, Amsterdam, fl. 1,200, to Gerrit van der Pot (1732-1807), Lord of Groeneveld, Rotterdam, 4 December 1781;{_Journaal_ Pot van Groeneveld, 4 December 1781: ‘Een smits grot, bij hetselve staat eene gelaade kar, van de twee afgespanne paarden word een beslagen etc. Op den 4en December 1781 van den hr P. Fouquet Jr. gekogt uit de hand voor f 1200. [...] _f_ 4.’ See T. Zeedijk, ‘‘‘Tot Voordeel en Genoegen’’: De schilderijenverzameling van Gerrit van der Pot van Groenevelt’, _Bulletin van het Rijksmuseum_ 55 (2007), pp. 128-207, esp. p. 197, no. 216.} his sale, Rotterdam (Gebr. Van Ryp), 6 June 1808 _sqq._, no. 144 (‘Hoog 23, en breed 20½ duim [60 x 53.5 cm]. Dk. In een bergachtig Landschap ziet men op den tweeden grond eene beladen Kar met eene figuur. Voor de Kar een wit ontspannen Paard; daarnevens een bruin Paard, aan den kop vastgehouden wordende door een Smids-Jongen, terwijl een ander een achterbeen bij den schoen opligt, om hetzelve te beslaan. Wat verder ziet men den Smid bezig het hoefijzer te warmen; eene zittende Vrouw daarneven en verder veel bijwerk. Op den rijk versierden voorgrond ligt een rustende Hond. Ter regterzijde op den tweeden grond ziet men eenen Man gezeten op een beladen Paard, vergezeld van twee figuren en een hond. Een rond Gebouw, eene kloeke Rots, eene Brug en Boomen, doen zig liefelijk op, tegen eene meesterlijke lucht [...].’), fl. 1,055, to Johannes Eck & Zoon, for the museum{Copy RMA.}
Bibliografie en afkortingenlijst voor de herkomst (pdf)