Bosgezicht, Jacob Isaacksz van Ruisdael, 1653
Dichte boomgroepen kenmerken de landschappen van Ruisdael tot in de jaren 1650. Hij heeft een voorkeur voor knoestige, karakteristiek groeiende bomen. Rechts staan knotwilgen, daarnaast eiken. Vooraan links staat een bloeiende sering langs het pad waarop een herder zijn koeien drijft. Ruisdael creëert diepte in het schilderij door de kale knotwilg rechts op de voorgrond, die opvalt door zijn grillig gegroeide boomstam en kleur van de schors.