Sprookje, Matthijs Maris, ca. 1877
Na lange tijd op doek gewerkt te hebben, koos Maris hier weer voor een houten paneel als ondergrond. Hij schilderde eerst de vrouw, daarna haar directe omgeving en als laatste de lucht. Het gladde hout gaf hem de vrijheid om te spelen met verschillende verftoetsen: voor de lucht en de vrouw gebruikte hij verdunde olieverf die lijkt op waterverf, terwijl hij de bladeren opbracht met temperamentvolle korte streken.