Portret van Jan Pranger en een tot slaaf gemaakte bediende, Frans van der Mijn, 1742
Deze scène speelt zich af in Fort Elmina, het hoofdkwartier van de Nederlandse slavenhandel in westelijk Afrika, waar Jan Pranger van 1730 tot 1742 directeur was. Na zijn directeurschap reisde hij met ‘170 Slaven, komende van de kust van Guinea’ aan boord via Suriname terug. De tot slaaf gemaakten bleven achter in Paramaribo, op een na die als bediende meeging naar Amsterdam, waar dit portret van hem werd gemaakt.