Het gezantschap van de Tsaar van Moscovië op weg naar de Statenvergadering in Den Haag, Sybrand van Beest, ca. 1631 - 1632

In het najaar van 1631 kwam het 4e* Russische gezantschap aan in Holland. Van Hogenhouck als commissaris van de Staten-Generaal en Josua Rendorp als tolk, hebben de ambassadeurs van Texel afgehaald en hen over Muiden langs de Vecht naar Den Haag gebracht. Het gezantschap bestond uit Gergorius Andrewwits Olaybieff en Gregorius Larinoff, kanselier, vergezeld van 8 edelen, 6 andere officieren, 2 priesters, 40 lakeien, koks e.a. Bij de Hoornbrug werden zij ontvangen door Huygens, Van Klarenbeek en van der Does van Noordwijk. 4 November hebben zij audientie aangevraagd bij de Staten-Generaal in tegenwoordigheid van de stadhouder. Van Sminia en van Haersholte hebben hen daartoe afgehaald en met staatsie naar de vergadering geleid. De geschenken die zij de Staten wilden aanbieden, n.l. 21 timmers sabelvellen (1 timmer = 40 tot 60 kostbare vellen), werden vooruit gedragen. Het gezantschap was rijk gekleed. Zij kwamen hier voor aankoop en vrije uitvoer van allerlei soorten ammunitie, wat tenslotte werd toegestaan. Zij vroegen ook geld en manschappen om Polen te bestrijden, wat niet werd gegeven omdat het land zelf nog in oorlog was. Het scheen het gezantschap in Holland goed te bevallen en zij bleven nog een tijdje. Bij het weggaan werden zij vereerd met vele geschenken in geld en gouden ketens. * 1e 1614; 2e 1615; 3e 1618; 4e 1631; 5e 1645 etc. (uit: J. Scheltema, Rusland en de Nederlanden beschouwd in derzelver wederkeerige betrekkingen, 1817, Deel 1, p. 148-162).

Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL: http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.5969