Grote bonte specht (Dendrocopos major), Anselmus Boëtius de Boodt, 1596 - 1610
De Boodt stelde zijn ‘drie grote banden’ waarschijnlijk als volgt samen: een voor planten, een voor dieren en een voor vogels. Het vogelalbum raakte beschadigd en was vermoedelijk de reden om alle tekeningen in de vroege 19de eeuw opnieuw in te binden. Alleen de tak, waarop deze grote bonte specht rust, werd aangetast. De vogel zelf – aan de rode vlek op zijn kop te herkennen als een mannetje – bleef ongedeerd.