Zelfportret met potlood, Dick Ket, 1932
Ket leed aan een aangeboren hartafwijking en was vanaf 1930 gedwongen zijn onderwerpen dicht bij huis te zoeken. Mede daardoor maakte hij tijdens zijn relatief korte leven een indrukwekkend aantal van ongeveer veertig zelfportretten. Ket hechtte aan elk detail evenveel waarde en stond bekend om zijn langzame manier van werken. Anderen portretteren vond hij moeilijk, want slechts weinigen konden het opbrengen langdurig voor hem te poseren.