Joseph and Potiphar’s Wife, Rembrandt van Rijn, 1634
Eenmaal in Egypte, kreeg Jozef de leiding in het huis van de hoveling Potifar. Diens vrouw was zeer gecharmeerd van de knappe jongeman. Toen Jozef niet op haar opdringerige avances inging, beschuldigde zij hem van overspel en belandde hij in de gevangenis. Hier laat Rembrandt niets te raden over omtrent de bedoelingen van de vrouw, en over de reactie van Jozef.