Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Bestraffing van criminelen op Atjeh door het afhakken van lichaamsdelen, maart 1603. Twee schepen voor een riviermonding op Atjeh, op de voorgrond twee staande mannen, links een man zonder handen en voeten, rechts een hoveling zonder neus, oren en bovenlip. Onderdeel van de illustraties in het verslag van de eerste reis naar Oost-Indië voor de VOC onder Van Warwyck en De Weert in 1602, No. 3.
Gebruikt als illustratie in: Historische verhael Vande Reyse gedaen inde Oost-Indien, met 15 Schepen voor Reeckeninghe vande vereenichde Gheoctroyeerde Oost-Indische Compagnie. Deze tekst opgenomen in : I. Commelin, Begin ende voortgangh, van de Vereenighde Nederlantsche Geoctroyeerde Oost-Indische Compagnie, J. Janssonius, Amsterdam 1646. Genummerd: 3.
Frederik Muller, De Nederlandsche geschiedenis in platen : beredeneerde beschrijving van Nederlandsche historieplaten, zinneprenten en historische kaarten, 4 delen, F. Muller, Amsterdam 1863-1882, dl. IV (supplement, aanhangsel en algemeen register), p. 96, nr. 1055AI(8)/3.