Allegorie op het herstel van Utrecht, 1673, Romeyn de Hooghe, 1674

Titel(s)

Allegorie op het herstel van Utrecht, 1673

Objecttype

• prent
• propagandaprent

Objectnummer

RP-P-OB-55.178

Catalogusreferentie

• FMH 2512-b
  Opmerking: staat vóór de letter
• Atlas van Stolk 2593

Omschrijving

Allegorie op het herstel, op de wederopneming van de provincie Utrecht in de Unie, na het vertrek van de Fransen op 23 november 1673. De berooide provinciemaagd Utrecht wordt verwelkomt door personificaties van de Eendracht en de Generaliteit. Achter hen de strijdwagen en leger van stadhouder Willem III met Hercules voor de kar en de Voorzichtigheid aan de teugels. Links de burgerij, Armoede en Godsdienst zittend op de ruïnes van de roomse kerk.

Vervaardiger

• prentmaker: Romeyn de Hooghe
• naar eigen ontwerp van: Romeyn de Hooghe
• uitgever: Romeyn de Hooghe

Plaats vervaardiging

Noordelijke Nederlanden

Datering

1674

Fysieke kenmerken

ets en gravure, proefdruk vóór de letter

Materiaal

• papier

Techniek

etsen / graveren (drukprocedé)

Afmetingen

plaatrand: hoogte 407 mm × breedte 522 mm

Wat

• Prudence, 'Prudentia'; 'Prudenza' (Ripa) ~ one of the Four Cardinal Virtues
• allegorical representations ~ religion; 'Religione', 'Religione de SS. Mauritio e Lazaro', 'Religione vera christiana' (Ripa)
• specific aspects, allegorical aspects of Hercules; Hercules as patron
• Vertrek van de Fransen uit Utrecht

Wanneer

• 1673-11-23 - 1673-11-23

Waar

• Eemland

Wie

• Willem III (prins van Oranje en koning van Engeland, Schotland en Ierland)

Verwerving

aankoop 1881

Copyright

Publiek domein

Gerelateerd

• Hertogdom Gelre en graafschap Zutphen opgedragen aan Willem III, 1675

• Romeyn de Hooghe : de verbeelding van de late Gouden Eeuw, p. 78, afb. 10
• Romeyn de Hooghe, the etcher : contemporary portrayal of Europe 1622-1707, p. 82
• Frederik Muller, De Nederlandsche geschiedenis in platen : beredeneerde beschrijving van Nederlandsche historieplaten, zinneprenten en historische kaarten, 4 delen, F. Muller, Amsterdam 1863-1882, dl. I (jaren 100 tot 1702), p. 378, nr. 2512b.