Moord op de gebroeders De Witt, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672

Titel(s)

Moord op de gebroeders De Witt, 1672
Afbeelding en waarachtigh Verhaal Hoedanigh de Heeren, Mr. Johan de Witt, Raadt-Pensionaris van Hollant, en West-Vrieslant, benevens zijn Broeder, Mr. Cornelis de Wit, oudt Burgermeester der Stadt Dordrecht, en Ruwart van den Lande van Putten, zijn om't leven gebracht, in 's Gravenhage, den 20 Augusti 1672 (titel op object)

Objecttype

• prent
• nieuwsprent

Objectnummer

RP-P-OB-55.171

Catalogusreferentie

• FMH 2401-c
• Hollstein Dutch 87

Omschrijving

Blad met vier voorstellingen en beschrijvingen van de moord op de gebroeders De Witt te Den Haag op 20 augustus 1672. Boven de gevangenneming en de moorden, onder worden de lichamen naar het schavot gesleept en verminkt. Onder de voorstellingen beschrijvingen van de gebeurtenissen in het Nederlands en Frans en een uitleg over de afbeeldingen.

Vervaardiger

• prentmaker: Romeyn de Hooghe (vermeld op object)
• naar eigen ontwerp van: Romeyn de Hooghe (vermeld op object)
• schrijver: Adriaan Pots (vermeld op object)

Plaats vervaardiging

Nederland

Datering

1672

Fysieke kenmerken

ets en gravure

Materiaal

• papier

Techniek

etsen / graveren (drukprocedé) / boekdruk

Afmetingen

blad: hoogte 528 mm × breedte 406 mm

Wat

• violent death, being killed; being mishandled and maltreated; seeking death (+ death by lynching)
• attempt, political murder
• lynching
• Rampjaar
• Dood van de gebroeders De Witt

Wanneer

• 1672-08-20 - 1672-08-20

Waar

• Den Haag

Wie

• Cornelis de Witt
• Johan de Witt

Verwerving

onbekend 2007

Copyright

Publiek domein

Gerelateerd

• Twee episodes uit de moord op de gebroeders De Witt, 1672
• Twee episodes uit de moord op de gebroeders De Witt, 1672

• Romeyn de Hooghe, the etcher : contemporary portrayal of Europe 1622-1707, p. 62
• Frederik Muller, De Nederlandsche geschiedenis in platen : beredeneerde beschrijving van Nederlandsche historieplaten, zinneprenten en historische kaarten, 4 delen, F. Muller, Amsterdam 1863-1882, dl. I (jaren 100 tot 1702), p. 362, nr. 2401c.