Man in een prieel, Rembrandt van Rijn, 1642
De uitmonstering van deze mannen laat er geen twijfel over bestaan dat ze bedoeld zijn als tronies. Ze dragen baretten, waarvan er een is versierd met een mantelgesp, of een Poolse bontmuts (‘kutchma’). Op de prent met bontmuts prijkt de mantelgesp gewoon op de borst van de man. De gezichten zijn soms zo specifiek weergegeven, dat het wel portretten lijken.