Portret van Jonas Witsen, Jacob Houbraken, naar Frans van der Mijn, 1749 - 1780
In 1702 werd Jonas Witsen eigenaar van de plantages Waterland, Surimombo en Palmeneribo in Suriname. Het was de winstgevende erfenis van zijn vrouw Sara Scharphuijzen, die overleed in het kraambed. Witsen was nooit in Suriname geweest en was ook niet van plan ernaartoe te gaan. Hij kende de tot slaaf gemaakte mannen, vrouwen en kinderen niet persoonlijk, maar de maatregelen die hij in Amsterdam nam hadden directe impact op hun levens.