Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
verzamelaarsmerk, verso linksonder, gestempeld: Lugt 240
inscriptie, midden onder, handgeschreven: nauwelijks leesbare zin in oude hand met potlood
signatuur, linksonder: ‘HG. exc.’
nummer, linksonder: ‘4’
onderschrift, m.o. tweemaal tweeregelig: ‘Ast ego si penitus...gnauiter artis opus.’
onderschrift, m.o. tweemaal drieregelig: ‘Van GODT worde ick...quaet te smeden.’
Omschrijving
In een huis staat een man voor zijn bed, familieleden om hem heen. Een arts staat met uitgestrekte arm voor hem. In het vertrek daar rechts naast is te zien wat er gebeurd is na genezing van de man (zie de eerste drie prenten van de serie): zijn familieleden weigerden de dokter te betalen voor zijn diensten. Op de voorgrond een duivelse figuur, staand te midden van medische handboeken en instrumenten. Onder de voorstelling gegraveerde Latijnse en Griekse teksten en (buiten de plaatrand maar op hetzelfde blad) een gedrukte Nederlandse tekst, waarin wordt uitgelegd dat de arts als een duivel wordt behandeld als het op betaling voor zijn diensten aankomt. Deze prent is onderdeel van een serie van vier prenten waarop verbeeld is hoe de arts beschouwd en gewaardeerd wordt tijdens zijn bezoek aan een zieke: bij binnenkomst als een god, na de eerste hulp als een engel, bij genezing als een mens en wanneer er betaald moet worden als een duivel.