Musicus, Caspar Luyken, naar Jan Luyken, 1694
Amateurmuzikanten in de 17de eeuw bespeelden meestal meer dan één instrument. De opkomst van de amateurmuziek stimuleerde daarom de bloei van een opmerkelijke muziekmarkt in de toenmalige Nederlandse samenleving. Hier waren veel muziekinstrumentenmakers actief, met name in Amsterdam. Ze maakten kostbare blaas- en snaarinstrumenten, waaronder fluiten, hobo’s, viola da gamba’s en violen.