Gehoor, Abraham Bosse, ca. 1635 - ca. 1636
Huisconcerten brachten kleine groepjes mensen bij elkaar. Ze zorgden voor sociale interactie, vreugde en broederschap. Jongeren moesten kunnen zingen, noten lezen en een of meer instrumenten bespelen om deel te nemen aan deze vormen van vermaak voor de midden- en hogere klasse. Muziek maken was een taal voor interactie en een teken van sociaal onderscheid.