Titel(s)

Graaf Willem III hoort beide partijen aan
5. Hoe seer men moet-wil doch verschoont, Het quaet sijn eyghen Meester Loont (titel op object)

Objecttype

• prent
• historieprent

Objectnummer

RP-P-BI-7155

Catalogusreferentie

• FMH 208-5
• Atlas van Stolk 139
• Hollstein Dutch 38

Opschriften / Merken

• verzamelaarsmerk, verso, gestempeld: Lugt 240

Omschrijving

Graaf Willem III hoort liggend in bed de verhalen aan van de boer, links, en de baljuw van Zuid-Holland, rechts staande naast de schout van Dordrecht. Aan het hof Valenciennes. Voorstelling nr. 5 in een serie van zes kleine scènes van de opeenvolgende episoden van het verhaal van de Rechtspraak van graaf Willem III in het jaar 1336. Deze kleine prenten behoren aan weerszijden van de grote centrale voorstelling. Bij elke voorstelling een onderschrift bestaande uit een spreuk en een vers van twee kolommen van acht regels. Bij deze voorstelling is ook het onderschrift en de tekst van de centrale voorstelling gevoegd.

Vervaardiger

• prentmaker: Bartholomeus Willemsz. Dolendo
• uitgever: Claes Jansz. Visscher (II)

Plaats vervaardiging

prentmaker: Leiden
uitgever: Amsterdam

Datering

1613

Fysieke kenmerken

gravure

Materiaal

• papier

Techniek

graveren (drukprocedé)

Afmetingen

blad: hoogte 340 mm × breedte 190 mm

Wat

• Rechtspraak van graaf Willem III

Wanneer

• 1336 - 1336

Waar

• Valenciennes
• Nederland

Wie

• Willem III de Goede (graaf van Holland en Henegouwen)

Verwerving

overdracht van beheer 1815

Copyright

Publiek domein

Is deel van

• Oordeel van graaf Willem III over de baljuw van Zuid-Holland, 1336 (RP-P-OB-102.411)

• Drie eeuwen vaderlandsche geschied-uitbeelding, 1500-1800 : een iconologische studie, dl. 2, afb. 105
• Cornelisz. - Dou, p. 259, cat.nr. 38
• Frederik Muller, De Nederlandsche geschiedenis in platen : beredeneerde beschrijving van Nederlandsche historieplaten, zinneprenten en historische kaarten, 4 delen, F. Muller, Amsterdam 1863-1882, dl. I (jaren 100 tot 1702), p. 17, nr. 208/5.