Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
opschrift, onder in de marge: ‘HEU NIMIUM VAECIS ERRANT CONNUBIA FATIS’
nummer, rechtsonder: ‘22’
opschrift, links en rechts in de voorstelling: ‘Ich habe einen / Ich habe auch eine’
verzamelaarsmerk, verso, gestempeld: Lugt 240
Omschrijving
In een grote mand zitten mannen en vrouwen als mogelijke huwelijkskandidaten. Naast de mand staan een man en een vrouw met een zak over hun hoofd: zo kunnen ze de gebreken van de huwelijkskandidaten niet zien. Ze kiezen ze blindelings. De vrouw links trekt een weduwnaar uit de mand die in zijn armen twee kinderen houdt. De man rechts heeft een vrouw te pakken. Embleem nr. 22 in Emblemata Saecularia, 1596 en nr. 43 in de tweede uitgave van 1611.
Bijbehorende tekst van epigram in album: Laet ons thooft in een Sack stecken/ Soo en sien wy niemands gebrecken/ En grypen we dese mande elck een/ Ofte wy en krygender van ons leeven geen. Afkomstig uit: Emblemata Saecularia. Mira et iucunda varietate seculi huius mores ita experimentia (...). 1e druk. Frankfurt am Main: J.T. de Bry en J.I. de Bry, 1596.