Hoer verleidt man, Johann Theodor de Bry, naar Crispijn van de Passe, naar Maerten de Vos, 1596

Titel(s)

Hoer verleidt man
INDICIT IN CASSES NOVA PRAEDA SUBINDE PARATOS (titel op object)
Emblemata Saecularia, 1596 (serietitel)

Objecttype

• prent
• boekillustratie
• embleem

Serienummer

7/50

Objectnummer

RP-P-BI-5193

Catalogusreferentie

• Hollstein Dutch 240-287

Opschriften / Merken

• inscriptie, onder in de marge: ‘INDICIT IN CASSES NOVA PRAEDA SUBINDE PARATOS’ (bijbehorende tekst apart in album: 'want de hoer is een diepe kuil, de ontuchtige een nauwe put' (Spreuken XXIII, vers 27) Mit diesem Strick zieh ich herbey/Dar manchen jung Gesellen frey/Mit keiner leichtlich mag entweichen/Sie Selbst mit heimlich thun nachschleichen.')
• nummer, rechtsonder: ‘7’
• verzamelaarsmerk, verso, gestempeld: Lugt 240

Omschrijving

Een naakte hoer ligt op een hemelbed en heeft een heer letterlijk 'gestrikt'. Zij trekt hem aan een koord, dat vastzit aan zijn enkel, naar zich toe, daarbij geholpen door een oude koppelaarster die hem naar het bed duwt. De kleding van de vrouw ligt links op een stoel. Bloemen liggen op de grond. De bijbehorende tekst is een waarschuwing tegen de ontucht en verwijst naar de hoedanigheid van de vrouw: 'want de hoer is een diepe kuil, de ontuchtige een nauwe put' (Spreuken XXIII, vers 27). Embleem nr. 28 in Emblemata Saecularia, 1596 en nr. 7 in tweede druk 1611.

Vervaardiger

• prentmaker: Johann Theodor de Bry
• naar prent van: Crispijn van de Passe
• naar tekening van: Maerten de Vos
• uitgever: Johann Theodor de Bry

Plaats vervaardiging

Frankfurt am Main

Datering

1596

Fysieke kenmerken

gravure

Materiaal

• papier

Techniek

graveren (drukprocedé)

Afmetingen

plaatrand: hoogte 100 mm × breedte 100 mm

Wat

• Existence and Modes of Existence (+ emblematical representation of concept)
• match-making scene

Verwerving

overdracht van beheer 1816

Copyright

Publiek domein

• Brun - Coques, p. 38, cat.nr. 240-287