Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
De tovenares Circe was verliefd geworden op Picus, koning van Ausonië. Hij wees haar liefde echter af, omdat hij al verliefd was op de nimf Canens. Uit woede verandert Circe hem in een specht. In de verte wacht de page van Picus met de valk en de jachthonden bij zijn paard.
De ambitieuze reeks naar ontwerpen van ondermeer Jacob Pynas, Roeland Savery, Pieter Clouwet, Rubens en Rembrandt is nooit voltooid door de De Passes. De reeks werd uiteindelijk in 1677 in boekvorm uitgegeven in Brussel door Piere Du Rayer en Francois Foppes. Als losse prenten is de reeks alleen bekend uit een groep prenten afkomstig uit de collectie Hinloopen (1619-1708) die zich in het Rijksprentenkabinet bevindt. Deze groep is uitgebreid beschreven door Jan van der Waals in zijn Hinloopen-catalogus (zie: ''Een onbekende editie van een serie Ovidius-illustraties'' in De prentschat van Michiel Hinloopen, 1988, p. 79-102.). De ontdekking van een tweede groep afdrukken van de reeks, afkomstig uit de werkplaats van Crispijn de Passe de Jonge, biedt een belangrijke aanvulling op de Hinloopen-groep. Sommige afdrukken tonen de prenten in onvoltooide staat en zijn voorzien van verbeteringen en toevoegingen in pen en penseel. Bovendien zijn alle prenten voorzien van 17de-eeuwse opschriften die het in een aantal gevallen mogelijk maakt de ontwerpers van de voorstellingen nader te identificeren. Op grond van de aangetroffen watermerken kunnen de afdrukken worden gedateerd omstreeks 1652-1653.