Titel(s)

De evangelist Marcus schrijft het evangelie
De vier evangelisten (serietitel)
Thesaurus novi Testamenti elegantissimis iconibus expressus continens historias atque miracula doni nostri Iesu Christi (serietitel)

Objecttype

• prent
• albumblad

Objectnummer

RP-P-1988-312-213

Catalogusreferentie

• Hollstein Dutch 1120-1(3)
  Opmerking: The Wierix Family
• Hollstein Dutch 778-1(3)
  Opmerking: Maarten de Vos

Omschrijving

De evangelist Marcus zit onder een boom en schrijft zijn evangelie. Naast hem de leeuw. Linksachter de opstanding van Christus, die ontsnapt uit de hellemond met duivels. Rechtsachter het visioen van Ezechiël: hij ziet het dal vol dorre doodsbeenderen tot leven komen. Onder de voorstelling een tweeregelige tekst in het Latijn. Deze prent maakt deel uit van een album.

Vervaardiger

• prentmaker: Johannes Wierix
• naar tekening van: Maerten de Vos
• uitgever: Gerard de Jode

Plaats vervaardiging

Antwerpen (stad)

Datering

voor 1585

Fysieke kenmerken

gravure

Materiaal

• papier

Techniek

graveren (drukprocedé)

Afmetingen

plaatrand: hoogte 217 mm × breedte 258 mm

Wat

• St. Mark the evangelist writing the Gospel, usually a (winged) lion present
• Ezekiel's vision of the valley of the dry bones (Ezekiel 37:1-10)
• Christ, usually holding a banner, arises from the grave; often combined with sleeping and/or frightened soldiers
• entrance of hell as monstrous mouth (of Leviathan)

Credit line

• Aankoop uit het F.G. Waller-Fonds

Verwerving

aankoop 1988

Copyright

Publiek domein

Is deel van

• Prentbijbel met voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament (RP-P-1988-312)

• The Wierix family : part V, Marjolein Leesberg, Zsuzsanna van Ruyven-Zeman, Jan Van der Stock, p. 225, cat.nr. 1120
• Maarten de Vos : text, p. 174, cat.nr. 778
• Catalogue raisonné de l'oeuvre des trois frères Jean, Jérome & Antoine Wierix, cat.nr. 638
• H. Mielke, 'Antwerpener Graphik in der 2. Hälfte des 16. Jahrhunderts. Der Thesaurus veteris Testamenti des Gerard de Jode (1585) und seine Künstler', Zeitschrift für Kunstgeschichte 38 (1975), p. 81, cat.nr. 43.