Titel(s)

Christus geneest een bezeten man
Wonderen van Christus (serietitel)

Objecttype

• prent
• albumblad

Objectnummer

RP-P-1988-297-76

Catalogusreferentie

• Mielke 48
• New Hollstein Dutch 176-1(2)
  Opmerking: Wierix
• New Hollstein Dutch 68-1(2)
  Opmerking: Gerard van Groeningen

Omschrijving

Christus geneest een bezeten man in het gebied van de Gerasenen. De onreine geesten verlaten de man via zijn mond en trekken in een kudde varkens, die het meer inrennen en verdrinken. De discipelen van Christus kijken toe. Op de achtergrond is het vervolg van het verhaal verbeeld: De varkenshoeders slaan op de vlucht en vertellen in de stad wat er is gebeurd. Daarop komen de bewoners naar Christus en vragen hem hun gebied te verlaten. Links op de achtergrond vertrekt Christus in een boot en blijft de genezen man achter op de steiger. Onder de voorstelling een verwijzing in het Latijn naar de Bijbeltekst in Mar. 5. Deze prent maakt deel uit van een album.

Vervaardiger

• prentmaker: Johannes Wierix
• naar ontwerp van: Gerard van Groeningen
• uitgever: Gerard de Jode

Plaats vervaardiging

Antwerpen (stad)

Datering

1572 - 1576

Fysieke kenmerken

gravure

Materiaal

• papier

Techniek

graveren (drukprocedé)

Afmetingen

plaatrand: hoogte 206 mm × breedte 256 mm

Wat

• the demons enter into a herd of swine, which leap into the sea ~ healing of two possessed at Gerasa

Credit line

• Aankoop uit het F.G. Waller-Fonds

Verwerving

aankoop 1988

Copyright

Publiek domein

Is deel van

• Album met prenten naar ontwerp van Maarten van Heemskerck en anderen (RP-P-1988-297)

• The Wierix family : part I, Marjolein Leesberg, Zsuzsanna van Ruyven-Zeman, Jan Van der Stock, p. 200-201, cat.nr. 176
• Gerard van Groeningen, dl. I, p. 100, cat.nr. 68
• Conservatie, restauratie en onderzoek van een zestiende-eeuws prentenboek: het Heemskerck-album, p. 173-214
• H. Mielke, 'Antwerpener Graphik in der 2. Hälfte des 16. Jahrhunderts. Der Thesaurus veteris Testamenti des Gerard de Jode (1585) und seine Künstler', Zeitschrift für Kunstgeschichte 38 (1975), p. 82, cat.nr. 48.